Lambertien Ebben Kooij
Lambertien Ebben Kooij,
geb. op 10-01-1683 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 10-01-1683 te Huijsen,
Testament 3732A54; 26-04-1733,
3731A69; 17-05-1730; regeling erfenis van moeder,
ovl. op 14-12-1746 te Huijsen,
begr. op 14-12-1746 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-.- Vader:
Ebbe Willemsz Kooij ( Coij), zn. van Willem Claesz Kooij ( Backer) en Lambertje Dircks ,
geb. in 1657 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-65,
Gereformeerde Gemeente,
OAH-II-E-180, 181, 182; 1674, 1679, 1683: 3 1 14,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683;,
ovl. op 22-02-1717 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1730-24,
begr. op 22-02-1717 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 3,
, -
EBBE WILLEMSE KOIJ / COIJ
Huizen Koptienden (1682-65 1730-24 ):
1682-65: v. VADER Willem Claesz Backer 2 Spt
t/m 1683-65: Situatie: 2 Spt
- Verkregen van onbekende 3 cop 1/2
1685-65: Situatie: 2 Spt 3 cop 1/2
1688-51: v. Peter Jansz Visser 6 cop 1/4
Situatie: 3 Spt 1 cop 3/4
1691-55: Situatie: 3 Spt 1 cop 1/4
1692-55: v. Lambert Claesz Muijs 0 cop 3/8
- Situatie: 3 Spt 1 cop 5/8
1695-55: v. Lambert Cornelisz Smit 4 cop 7/8
- v. Claes Meeuwisz 1 Spt 6 cop 7/8
- Situatie: 5 Spt 5 cop 3/8
1696-55: ER STAAT: 4 Spt 5 cop 3/8
1690-40: v. Gijsbert Jacob Dircksz 2 cop 1/4
- v. Gerrit Lambert Claesz 2 cop 1/4
- v. Lambert Willemsz Joncker 4 cop
- op Gijsbert Tijmensz Jacobsz (Schipper) 5 cop
- v. Cornelis Lambertsz Smit 2 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 3 cop 1/8
1706-40: v. Tijmen Willemsz 1 Spt 0 cop 1/4
- Situatie: 6 Spt 3 cop 3/8
1707-40: v. HendrickJacobsz Hendricksz 4 cop
- v. Claes Willemsz Koij 1 Spt 0 cop 1/8
- Situatie: 7 Spt 7 cop 1/2
1709-40: v. Gerrit Jansz de Oude 4 cop 1/2
- Situatie: 8 Spt 4 cop
1711-24: v. Claes Gijsbertsz Bout 6 cop 1/2
- Situatie: 9 Spt 2 cop 1/2
1717-24: v. Lambertje Hendricks Lustigh 4 cop
t/m 1720-24: Situatie: 9 Spt 6 cop 1/2
1721-24: ER STAAT: 9 Spt 7 cop
1722-44: v. Gerrit Hendricksz Boom 2 cop 5/8
- Situatie: 10 Spt 1 cop 5/8
1723-24: ER STAAT: 10 Spt 1 kop 3/4
- op Jacob Hendricksz Snijder 2 kop
- Situatie: 9 Spt 7 kop 3/4
1730-24: op de volgende erfgenamen:
- op Ebben Dircksz Rijn 1 Spt 1 kop 1/4
- op kinderen Isaak Willemsz Spilt 1 Spt 6 kop 1/2
- op Willem Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/2
- op Klaas Ebben Kooij de Oude 1 Spt 3 kop 3/8
- op Lambert Ebben Kooij 1 Spt 1 kop 3/4
- op Jan Pietersz Boor 1 Spt 1 kop
- op Meeuwis Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/8
- op Klaas Ebben Kooij de Jonge 1 Spt 1 kop 1/4
-
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister: 17-01-1683: Belijdenis van Ebbe Willemsz Koij en huisvrouw Jannetje Claes
-
ORA-184-3173; 18-04-1684: Elbe Willemsz Koij eijsscher CONTRA de kinderen van Gerrit Rutten gedaagde i.v.m. brood
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684, -1691 en -1698: Ondereijnde van Huijsen; Ebbe Willemsz Koij en Jannetje Claes
-
ONA-3714A033; 18-12-1693: Testament Claas Ebben bejaart jonghman wonende binnen Huijsen: legateert aan:
- Ebbe Willemsen Koij en Claas Willemsz Koij, kinderen van comparants overleden halve zuster Lambertie Dircksz zaliger ieder f 6,-;
- Jacob Gijsbertsen, Harmpje, Lijsbeth en Ebbetie Gijsberts kinderen van Stijntie Dircks zijn comparants gewesen halve zuster ieder f 6,-.
- Ebbetie Tijmis nagelaten dochter van Bijtien Ebben zijn comparants hele zuster f 6,-.
- Hij benoemt voor het overige als universele erfgenamen zijn nichten genaamd Jannetie Tijmis en Tijmetien Tijmis, naargelaten kinderen van zijn voorsz overleden zuster Bijtien Ebben
In presentie van Rut Gerritsz Smit out-buijrmr. en Gerrit Pietersz Slocker
-
ORA-184-3214A029; 14-11-1694: Akte van bewijs. Alsoo Melisje Gerrits in haar leven huijsvrouw van Jacob Gijsbertsz Gleijn deser werelt is comen te overlijden, en hij een 2e huwelijk wenstten behoeve van zijn (1) kind geprocreeert bij voorn
Melisje Gerrits, is overeengekomen met Lambert Gerritsz de Vries en Ebbe Willemsz Koij als voogden: f 200,- en enige stukken land. Tevens is het voorn. kind bij loting als erfgenaam van Gerrit Gerrit Aertsz haar halve broeder diverse stukken
land toegevallen
-
ORA-184-3195A424; 01-05-1699: Ebbe Willemsz Coij verkocht aan Gijsbert Tijmensz Schipper zeker stuk bouwland groot 7 spint gelegen aan de Blaricummer wegh belent Claas Prins ten zuiden en Willem Gijsbertsz ten noorden voor f 175
-
ONA-3717A028; 19-06-1699: Verklaring Huijser vissers; Ebbe Willemsz Koij schepene tot Huijsen
-
ORA-184-3175; 01-10-1700: deel-transcriptie: Ebbe Willemsz Koij ende Dirck Cornelisz voogden over Grietje Wijcherts doghter van Lijsbet Claes in eght verweckt bij deselve Wijchert Cornelisz ende sulx eenige erffgenaem van haar gemelde moeder
ende nogh voor een vierde part mede erfgenaam van haar vader Wijchert Cornelisz in die qualiteit verweerders.
-
ORA-184-3196A045; 18-02-1701: Gijsbertje Cornelis weduwe van Wijchert Cornelisz Backer voor haarzelf en Evert Goossensz getrouwd met Dirckje Wijcherts dochter en erfgenaam van Wijchert Cornelisz Backer alsmede Ebbe Willemsz Koij en Dirck
Cornelisz d'Oude als voogden over het weeskind van Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij Lijsbet Claes, alsmede Jacob Lambertsz Smit en Jan Jansz Jonge als voogden over de nagelaten kinderen van dezelfde Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij de
voorn Gijsbertje Claes/moet zijn Cornelis, verklaarden getransporteert te hebben aan Wijchert Jacobsz Backer een stuk grond voor f 196
-
ONA-3720A054;01-10-1705: Dirck Cornelisz de Oude, Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz de Jonge, Jan Uijttenhoven en Aart Gerritsz jegenwoordige regerend schepenen des dorps huijsen verklaarden op verzoek van Lambert Killewigh schout des voorsz dorps
ofte wel de Ed. heer en Mr. Hendrick Hooft drossaar tot Muijden ende Baljuw van Gooijlandt dat Ebbe Willemsz Koij en Aart Gerritsz dat zij ten huize van den officier Killewigh op 30 juni j.l. door Claas Jacobsz Swart Mr. Chirurgijn tot
Hilversum in 't generaal zijn gescholden en openlijck uijtgemaackt voor schelmen
-
ORA-184-3216A014; 01-12-1713: Verclaringe voor Cornelis Aertsz en Jan Jacobsz Man Schepenen des dorps Huijsen bij Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz Jonge, Jacob Killewigh, Dirck Cornelisz d'Oude, Jan Vergoes, Willem Gijsbertsz, Jan Gerritsz Smit
en Gerrit Jacobsz alle reders en koopluijden binnen dese dorpe.
- dog dat deselve veerschippers buijten twijffel bij mankement van scheepen, al een geruijme tijd nagelaten hebben des dingsdag herwaarts te vaeren, maer in tegendeel op den woensdag of donderdag
- Dat gemelde schippers en speciael veerschipper Arij Mechielsz in de fout gaat; beschonken
-
ONA-3728A017; 11-09-1715: Op den Eed verklaren Aart Gerritsz Koppen/Coppen Buurmr en Ebbe Willemsz Kooij regerend scheepen des Dorps Huijsen, dat zij gehoord hebben dat schout Lambert Killewig aan Jacob Lambertsz Smit heeft gevraagd of, als de
laatste niet in de kerkenraad, er al lang vrede zou zijn. Gepassert in Huijsen in presentie van Willem Cornelisz Koeman en Joost Vree
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio 204; 13-11-1721: de weduwe van Ebbe Willemsz Koij zijnde Jannetje Claes verkoopt Rottekruit
-
ONA-3731A005; 23-04-1728: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Koij wonende tot Huijsen geeft volmacht aan haar soon Claas Koij de Jonge om niet betaalde negotie en landhuren te doen innen. De eerder op 23-06-1723 aan haar ander soon genaamt
Claas Koij verleende procuratie wordt ongedaan gemaakt. Gepasseert ten huijse van ? ter presentie van Lambert Willemsz Kaijer en Aart Jacobsz Vos
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude,
tr. op 11-05-1681 te Huijsen.
- Moeder:
Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen), dr. van Claes Meeuwisz Muijs en Aeltje Lamberts ,
geb. te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683,
ovl. op 23-08-1730 te Huijsen; DTB-13- Impost: f 6,-,
begr. op 27-08-1730 te Huijsen; DTB-20,
, -
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude.
tr. op 08-05-1707 te Huijsen; Pro Deo
met
Ebbe Dircksz Rijn, zn. van Dirck Pietersz Rijn en Grietje Ebben ,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1697-52,
ovl. op 30-04-1733 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1745-30,
begr. op 05-05-1733 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
EBBE DIRCKSZ REIJN / RIJN
Huizen Kotienden (1697-52 1746-30):
1697-52: v. Gijsbert Willemsz Joncker 1 Spt 1 cop 1/2
1710-34: v. Rut Gerritsz Smit 7 cop
- Situatie: 2 Spt 1/2
1711-34: v. Jacob Sijbrantsz Man 3 cop 3/8
- Situatie: 2 Spt 3 cop 7/8
1716-30: v. Jacob Hendricksz Snijder 7 cop
t/m 1720-30: Situatie: 3 Spt 2 cop 7/8
-1721-30: Romijns op Numeriek: Er Staat: 3 Spt 3 cop
- ELBERT
1722-30: op Ds. Jacobus v. Hoorn 1 Spt 1 cop
- Situatie: 2 Spt 2 cop
1730-24: v. Ebbe Willemsz Koij 1 Spt 1 cop 1/4
t/m 1746-30 Situatie: 3 Spt 3 cop 1/4
1747-30: op Dirk Ebbe Rijn 1 Spt 1 cop 1/4
- op Jan Aertsz Kuijper: 1 Spt 1 cop
- op Arij Cornelisz Rebel 1 Spt 1 cop
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 23-06-1709: aangenomen op Belijdenis; Ebbe Dircksen en Lambertien Ebben; echteluijden
-
ONA-3730A007;19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ORA-184-3177; 12-04-1720: over de kinderen van Dirck Tijmensz Cos tot vooghden gestelt Ebbe Dircksz Reijn en Jan Comin.
- Akte van bewijs. Dirck Tijmensz Cos laest weduwnaer van Hendrickje Jacobs, en Ebbe Dircksz Reijn en Jan Comin als voogden over het nagelaten kind, genaemt Jacob Dircksz, van voorn Hendrickje Jacobs, zijn overeengekomen: f 30 en opvoeding
-
ORA-174-3177; 21-02-1721: Akte van bewijs. Geertje Dircks weduwe van wijlen Tijmen Cornelisz Koeman ter eenre en Ebbe Dircksz Reijn en Willem Cornelisz Koeman als voogden over de 2 minderjarige kinderen. De / van 3 schepel boulant gelegen
buijten het dorp belent Willem Meijnsz ten noorden en de weduwe Claas Bout ten zuijden. Item f 150 en een weefgetouw
-
ORA-184-3217A028; 24-02-1725: Nicolaas Bilsteijn en Ebbe Dircksz als diaconen van de Ger.Gem, als hebbende gealimenteert en nog onderhoudende Botje Tomas alhier woonagtig sijnde, een bejaarde en wettelijk nagelaten dochter van Annetje Claas
verwekt bij Tomas Jansz Pomp en een volle susters kint of sustersdogter van Marritje Claes, die in leven de huijsvrouw was van Hendrik Rijksz van der Lustig, welke Marritje Claas op de 11-02-1720 tot Sneek in Vriesland is overleden. Brieven van
Ate Sipkens uijt Sneek, waarin gemeld wordt dat voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig op 13-02-1725 binnen Vriesland tot Sneek is overleden en dat in zijn Testament gepasseert oor seecker Notaris binnen Sneek, waarin hij de vorrn: Marritje Claas
institueert tot erfgenaam van der selver nalatenschap, en mitsdien als een van deselve de voorn: Botje Tomas. Derhalve verzoeken comparenten om magtig te maken de E. Lambert Rijksz Lustig oud schepen speciael om te reijsen tot Sneek in
Vriesland en met de verdere mede-erfgenamen de nagelaten boedel te delen dieswege met deselve en met Ate Sipkens als in huijwelijk hebbende Lambertje Hendriks, die erfgenaam is van de voorn: Hendrik Rijksz van der Lustig te mogen accorderen
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ONA-3732A054; 26-04-1733: Testament Ebbe Dirksz Reijn en Lambertje Ebbe Koij egtelieden wonende binnen Huijsen. Getuigen Lambert Willemsz Boer en Willem Aeritsz Rebel.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirck | *1710 | Huijsen | | Huijsen; <= 1717 | | 0 | 0 |
2 | Grietien | *1712 | Huijsen | †1775 | Huijzen | 63 | 2 | 0 |
3 | Aeltje | *1715 | Huijsen | †1757 | Huijzen; <= 1758; 185-3180; 09-06-1758 | 42 | 1 | 9 |
4 | Dirk | *1717 | Huijsen | | Huijsen; <= 1719 | | 0 | 0 |
5 | Dirk | *1719 | Huijsen | †1771 | Huijzen; subiet overleden tijdens werk op zijn la | 51 | 2 | 9 |
>